Historie pand

verval jaren 80

Situatie na 1982

Situatie na 1982

Een stukje levende geschiedenis

Het Begijnhofhuisje met voortuin werd tussen 1981 en 1983 grondig gerenoveerd onder leiding van architect Eugène Wauters, een gerenommeerd ontwerper uit de Turnhoutse school. Eind jaren tachtig verkeerde het huis, samen met het buurpand op nummer 81, in ernstig verval. Dankzij de inzet van de toenmalige erfgoedinspectie in Brussel is het echter van de ondergang gered.

De kern van het huis gaat terug tot de 16e eeuw. Oorspronkelijk was het slechts één kamer diep, maar in de 18e eeuw kwam er een tweede ruimte bij. Door de eeuwen heen, vooral in de 19e en 20e eeuw, werden er diverse aanpassingen gedaan. In de voorgevel is zelfs nog het oude metselaarsmerk zichtbaar — een stille getuige van het verleden.

Nog altijd bevat de woning authentieke onderdelen uit de eerste bouwfase. De structuur en hoofdbouw zijn grotendeels bewaard gebleven. Ooit had het de klassieke uitstraling van een hoge variant van het Kempische dorpshuis.

De restauratie van 1982 verliep anders dan we dat vandaag zouden doen. Destijds werd het huis omgevormd tot twee woningen, wat een uitbreiding van het volume noodzakelijk maakte. Versleten geachte onderdelen werden vervangen door nieuwe kopieën van het origineel: trappen, ramen en deuren werden vernieuwd, het dak werd verhoogd en enkele dakbalken vervangen. Nu zou men restaureren en de gebreken conserveren.

In 2018 begon een nieuwe fase. Het Begijnhofhuisje werd in erfpacht uitgegeven en onderging een grote renovatie met als doel er weer één ruime gezinswoning van te maken. Daarbij werd het losgekoppeld van nummer 81 en werden alle nutsvoorzieningen volledig vernieuwd. Erfgoed Vlaanderen hield toezicht op de werken en greep de gelegenheid aan om onderzoek te doen naar de historische funderingen en vloeren. Er werden resten van oude vloeren gevonden, maar deze waren te fragmentarisch om te herstellen.

In overleg met erfgoed werd besloten het pand zoveel mogelijk terug te brengen in de staat van vóór 1982. Zo werd de zwart-wit cementtegelvloer teruggebracht, de 16e-eeuwse kelder opnieuw open en gerestaureerd, monumentenglas geplaatst en het buitenschrijnwerk in de typische Begijnhofkleuren geschilderd. 

Dit huis is daarmee niet alleen een comfortabele woning, maar ook een stukje levende geschiedenis, met zorg en liefde bewaard voor de toekomst.